Bevorderingsnormen
De docentenvergadering komt minimaal twee keer per jaar samen, steeds aan het einde van een rapportperiode. Voor leerjaar 1 is er in maart een extra vergadering om te bespreken of je op het juiste niveau zit. Aan het eind van het schooljaar bespreekt de docentenvergadering de overgang naar het volgende schooljaar. De bevorderingsnormen zijn hierbij leidend.
Bevorderingsnormen | Bespreken | Afwijzen |
1 Bij nul tekortpunten Bij 1 of 2 tekortpunten | Bij 3 tekortpunten | Alle overige gevallen |
2 Bij nul tekortpunten Bij 1 of 2 tekortpunten | Bij 3 tekortpunten | Alle overige gevallen |
3 Bij nul tekortpunten Bij 1 of 2 tekortpunten Bij 2 tekortpunten met compensatie |
Niet van toepassing | Alle overige gevallen |
Naast de tekortpunten wordt er ook gekeken naar de som van de niet afgeronde cijfers. Bij de overgang van klas 2 naar 3 en van klas 3 naar 4 bespreekt de vergadering of het haalbaar is dat je je gekozen examenprogramma afrondt op het huidige niveau. De vergadering bepaalt de definitieve leerweg en het niveau voor het bovenbouwprogramma per vak.
Revisie
Aan het einde van het schooljaar zijn de overgangsvergaderingen per leerjaar. Als er nieuwe feiten zijn die niet zijn meegenomen in de beoordeling, kan het besluit soms worden herzien. Dit noemen we revisie. Ouders/verzorgers kunnen dan schriftelijk contact opnemen met de directeur, uiterlijk om 08:30 uur op de ochtend van de revisievergadering (de datum staat in de jaarkalender op onze website). Link naar het Determinatiebeleid
Toets gemist
Bij geoorloofde absentie (GA) wordt ‘inhalen’ in Magister ingevoerd.
Gemist werk wordt ingehaald op het centraal georganiseerde inhaalmomenten. Niet inhalen van gemist werk kan resulteren in een 1. Alle regels over het inhalen van gemist werk staan in het toetsbeleid en het examenreglement op de website.
Vanuit leerjaar 3 worden je cijfers per vak meegenomen naar leerjaar 4. In leerjaar 4 komen daar per vak nog drie SE-cijfers bij. Het gemiddelde van deze vijf SE-cijfers vormt het uiteindelijke SE-cijfer per vak.
Het cijfer op je diploma is het gemiddelde van het eind SE-cijfer en het CE-cijfer. Dit cijfer wordt na de eerste decimaal afgekapt en afgerond op een heel cijfer. Bijvoorbeeld: een 6,48 wordt eerst een 6,4 en daarna een 6.
Je doet examen in zes of zeven vakken. Maatschappijleer sluit je af in leerjaar 4, en dit cijfer telt mee in de slaag-zakregeling.
Rekenvaardigheden en rekentoets
Aan het einde van je opleiding moet je over basisvaardigheden in rekenen beschikken, met streefniveau 2F. Als je examen doet in wiskunde, worden deze vaardigheden getoetst in het wiskunde-examen. Doe je geen examen in wiskunde, dan maak je een schoolexamen rekenen en komt dat cijfer op je cijferlijst.
In leerjaar 3 volg je verplicht een uur rekenvaardigheid als je geen wiskunde hebt, zodat je het gewenste rekenniveau haalt. Aan het einde van leerjaar 3 kun je de rekentoets maken. Bij een voldoende resultaat vervalt het uur rekenvaardigheid in leerjaar 4.
In leerjaar 4 volg je verplicht een uur rekenvaardigheid als je de rekentoets nog niet gehaald hebt. Je krijgt in het examenjaar twee keer de kans om de rekentoets te maken. Bij een voldoende resultaat vervalt het uur rekenvaardigheid.